De platvoet komt veel voor en is te herkennen aan een doorgezakt gewelf van de voet en een naar binnen gekanteld hielbeen. Er zijn twee soorten platvoeten; soepele en stugge platvoeten. In het eerste geval corrigeert de platvoet zich wanneer deze onbelast is, in het tweede geval niet. Een soepele platvoet ontstaat vaak door soepelheid (laxiteit) van de banden van de voet. Hierdoor zakt de voet te gemakkelijk naar binnen. Bij een stugge platvoet is bijna altijd sprake van een aangeboren afwijking in de voet. Deze ontstaat door een benige overbrugging tussen de voetwortel-beentjes. Soms is goed schoenadvies voldoende bij platvoeten. Wanneer er pijn- of vermoeidheidsklachten zijn of de standsafwijking van de voet erg groot is, kan gekozen worden voor een corrigerende steunzool of (semi)orthopedisch schoeisel.
Bij een holvoet (pes cavus) is er sprake van een hol lengtegewelf en hoge wreef. De holvoet is het gevolg van een aangeboren, erfelijke aandoening. Een lichte holvoet kan pijnklachten ter hoogte van het voetgewelf en klachten in de voorvoet geven. Deze klachten kunnen met steunzolen worden verholpen. Als de standsafwijking te groot is kan gekozen worden voor orthopedisch schoeisel of een voetoperatie.
Hallux valgus is het scheefgroeien van de grote teen en kan verschillende oorzaken hebben. Erfelijkheid in combinatie met een doorgezakte voet bijvoorbeeld, of door te smal of spits schoeisel. Klachten ontstaan vaak ter hoogte van het gewricht bij de grote teen, waar de knobbel ontstaat. Brede schoenen zonder stiknaden ter hoogte van de knobbel zijn belangrijk, omdat zo de minste wrijving ontstaat. De medisch pedicure kan een teenorthese maken om de grote teen te corrigeren.
Bunionette is een knobbel bij de kleine teen. Soms is deze knobbel in combinatie met een doorgezakte voorvoet aanwezig. Dit betekent dat de voorvoet breder is geworden door het doorzakken van de voet. Hierdoor ontstaat extra wrijving ter hoogte van de knobbel. Goed schoenadvies en steunzolen zijn hier van belang.
Bij overliggende tenen groeit de ene teen over de andere teen heen. Vaak is dit erfelijk bepaald en geeft het geen klachten. Door ruimtegebrek in de schoen ontstaan gemakkelijk drukplekken. Met een teenorthese kan de teenstand gecorrigeerd worden. Als dit niet werkt en de pijnklachten blijven, is een operatie noodzakelijk.